Al heel lang behoorde de leng tot de vissen die ik graag wilde vangen in Noorwegen. Helaas het lukte maar niet en als je er bent moeten alle plaatjes maar net goed vallen. Je bent namelijk afhankelijk van heel veel factoren. De vis wordt net als de zeeduivel en de heilbot omgeven door een mist van onduidelijkheid. Je weet dat ze er zitten maar de kans om er echt eentje te vangen is gewoon klein. Er zijn maar een paar plekken in Noorwegen waar je er met grote kans op kan vissen. Vooral Tysil, in het Zuid-Oosten, staat bekend om de grote lengen die er ieder jaar gevangen worden. Er wordt dan op een grote diepte gevist ( 200 meter en meer)  en de vissen kunnen echt heel groot worden. Vissen van 30 kilo zijn geen uitzondering. Als aas kun je het allerbeste vis gebruiken al worden er ook wel lengen aan pilkers en gummimaks verschalkt.

Persoonlijk gaat er bijna niets boven natuurlijk aas uit de omgeving. Ik heb er nu verscheidene gevangen maar de grotere exemplaren vielen allemaal voor makreel, haring of een kleine kool of schelvis. De vissers met longliners gebruiken ook wel Calemares. De bek van deze prachtige roofvissen zitten boordevol met naaldachtige tanden. Niet zo groot als bij de zeeduivel maar genoeg om je vreselijk lelijk te bezeren. Elk jaar als ik in Noorwegen ben op de Lofoten en ik vis daar op superkoolvissen,dan kan ik het niet laten om ook een paar uur per dag op die giga diepten te vissen. Het blijft gewoon iedere keer weer een verrassing wat je eruit haalt. Je kunt echt van alles vangen op die diepte.