Voordat ik ook maar het flauwste benul had van de kunstaasvisserij viste ik al met een lepeltje in de balkenhaven in de Zaan. Bij ons thuis was het een feest als er in het weekend weer vis op tafel kwam vanwege het feit dat mijn moeder als geen ander vis kon bakken. Mijn broer en ik werden er dus op uit gestuurd om weer een partij baars te vangen. Puur en alleen voor de pan. Een heel klein lepeltje rood/wit en alleen verkrijgbaar indertijd bij Vroom en Dreesman. Vreemd, maar de kleuren rood en wit waren bij de baars verreweg favoriet.
TECHNIEKEN
Al heel snel had je door dat bij een bepaalde handelswijze je bijna met iedere gooi vis wist te verschalken. De lepel ingooien en alleen maar binnenhalen leverde wel vis op maar de bekende wonderbaarlijke vangsten bleven altijd uit. Ingooien en als het ware met de hengel doen wat een prooivisje in paniek ook zou doen ging al een stuk beter. Wat het beste werkte was het zink en inhaalspelletje. De lepel ingooien, even laten zinken ,onregelmatig binnenhalen en af en toe de lepel naar beneden laten dwarrelen. De meeste aanbeten vielen op dit moment. Vaak wisten de achtervolgende vissen wel dat het niet klopte maar toch door de trilling en het ontvluchtende aas konden ze zich niet inhouden en gingen tot de aanval over.
KLASSIEKERS
Mijn favoriete rood/witte lepeltjes kan ik tot mijn spijt nergens meer krijgen, V & D verkoopt ze niet meer. Later ben ik me er meer in gaan verdiepen en kwam al snel tot de conclusie dat er toppers waren en gewoon rotzooi. Ook hier geldt weer dat iedere waar zijn prijs heeft. Ik kreeg dan ook voor mijn verjaardag van mijn ouders een heintz-lepel. Een geweldig mooi verzilverde lepel met een apart bevestigingssysteem van de dreggen. Deze wereldberoemde lepel wordt nu nog met succes gebruikt. De vraag kan worden gesteld waardoor een lepel zo'n wereldfaam heeft gekregen. Is het de vorm? Is het de kleur? Is het de dikte van het blad? Is het de geviste lijn? Is het de vistecniek? Een simpel antwoord..... Allemaal goed!
BLADDIKTE
Naarmate het blad dikker wordt zal de lepel ook sneller zinken. Wil je dus in ondiep water vissen is een zware lepel dus uit den boze. De lepel mag wel zwaar zijn maar deze moet dan wel een groot oppervlak hebben, waardoor de waterdruk de lepel redelijk hoog houdt. Op zee wordt veel met lepels gevist op makreel. Een zware lepel is dan ook gewenst, om een redelijke afstand te kunnen werpen en snel op diepte te komen. Is de lepel dan klein van formaat en met een dik blad dan moet er snel worden binnengevist om toch de actie te verkrijgen die bij de lepel hoort. Een traag geviste kleine lepel met een zwaar gewicht vangt geen vis.
KLEUR
De kleurschakering is wel degelijk heel belangrijk. Net als bij het plugvissen komt het vaak voor dat je met de lepel wel een aantal kleuren moet proberen voordat je werkelijk de juiste gevonden hebt. Dan is het weer zilver, dan weer rood/wit. Ik geloof zelf in de kleuren blauw, rood, groen en zwart, afhankelijk van het weer en het jaargetijde.
VORM
Net zoals zoveel dingen is dit een persoonlijke keuze en moeilijk uit te leggen. Ieder zal er zijn of haar eigen uitleg bij hebben. Heb je een dag goed gevangen met een kort, dik, rond model dan kan niemand je op een andere gedachte brengen, en terecht want die specifieke ervaring neemt niemand je meer af. Het is nogmaals de trilling die een vis tot bijten aanzet en niet veel anders. Vaak heeft de roofvis maar een fractie van een seconde om te beslissen want anders is de prooi al weg. Bij baars is de vorm wel belangrijk. Een relatief kleine bek kan eenvoudigweg geen grote prooi verwerken. Net zoals met de geep. In de natuur grijpt deze "vuurpijl" alleen maar slanke aasvissen. Een smal lepeltje zal dus meer opleveren. Voor grote snoek daarentegen is een groot ovaal tot rechthoekig blad juist perfect omdat deze een trilling maakt die waarschijnlijk overkomsten vertoont met de brasem en de blei.
LIJNDIKTE
Dit is een zeer belangrijk punt. Ik geloof zelf niet in superdunne lijnen omdat je dan alleen maar meer kans loopt om een vis zonder reden met een lepel in zijn bek te laten rondzwemmen. Neem een lijn waarvan je redelijk zeker bent dat je de vis vangt. Iedere kunstaasvisser weet wat ik bedoel. Wat voor nut heeft het om op snoek te gaan vissen met 16/00 lijn? Ik ga niet in excessen denken, u weet welke middenweg ik bedoel. Ik vind zelf, voor kantvissen, een lijndikte op baars tussen de 16/00 en de 24/00 mm. gevlochten lijn het mooist. Voor de snoek en de snoekbaars neem ik 24/00 tot 30/00mm gevlochten lijn. Wanneer ik trol vamuit de boot dan neem ik liever geen gevlochten lijn omdat me dat veel teveel vis heeft gekost. De aanslag kwam zo hard aan dat de haak door het gebrek aan rek in de lijn losscheurde uit de bek van de vis. Neem dan maar iets zwaarder monofyl dan normaal en u zit altijd goed. Het monofyl vangt de eerste schokken op en voorkomt voortijdig het verspelen van vis.
"Lepel ze !"
